Sony Xperia Z5 Premium - Inhoud delen met DLNA Certified™‎-apparaten

background image

Inhoud delen met DLNA Certified™-apparaten

U kunt media-inhoud die is opgeslagen op uw apparaat weergeven of afspelen op

andere apparaten, bijvoorbeeld een tv of een computer. Deze apparaten moeten op

hetzelfde draadloze netwerk zijn aangesloten en kunnen Sony-tv's of luidsprekers zijn, of

producten die DLNA Certified™ zijn door de Digital Living Network Alliance. U kunt ook

inhoud van andere DLNA Certified™-apparaten weergeven of afspelen op uw apparaat.
Nadat u het delen van inhoud tussen apparaten hebt ingesteld, kunt u bijvoorbeeld op

uw apparaat luisteren naar muziekbestanden die op uw thuiscomputer zijn opgeslagen

of foto's die met de apparaatcamera zijn gemaakt, weergeven op een groot

televisiescherm.

Bestanden van DLNA Certified™-apparaten afspelen op uw apparaat

Wanneer u bestanden van een ander DLNA Certified™-apparaat afspeelt op uw

apparaat, fungeert het andere apparaat als een server. Met andere woorden, het deelt

inhoud via een netwerk. Op het serverapparaat moet de functie voor het delen van

inhoud zijn ingeschakeld en het moet uw apparaat toegang toestaan. Het moet ook zijn

verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk als uw apparaat.

Uw apparaat gebruiken om een muzieknummer af te spelen dat op een ander

apparaat is opgeslagen

1

Zorg dat het apparaat waarmee u bestanden wilt delen met hetzelfde Wi-Fi-

netwerk is verbonden als uw apparaat.

2

Tik in het

Startscherm op en tik vervolgens op .

3

Tik op en tik vervolgens op

Thuisnetwerk.

4

Selecteer een apparaat in de lijst met verbonden apparaten.

5

Blader door de mappen van het verbonden apparaat en selecteer het nummer dat

u wilt afspelen. Als het nummer is geselecteerd, wordt het automatisch

afgespeeld.

Een gedeelde video op het apparaat afspelen

1

Zorg dat de apparaten waarmee u bestanden wilt delen met hetzelfde Wi-Fi-

netwerk zijn verbonden als uw apparaat.

2

Tik in het

Startscherm op en tik vervolgens op of .

3

Tik op en vervolgens op

Thuisnetwerk.

4

Selecteer een apparaat in de lijst met verbonden apparaten.

5

Blader door de mappen op het verbonden apparaat en selecteer de video die u

wilt afspelen.

130

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

Een gedeelde foto op uw apparaat weergeven

1

Zorg dat de apparaten waarmee u bestanden wilt delen met hetzelfde Wi-Fi-

netwerk zijn verbonden als uw apparaat.

2

Tik in het

Startscherm op en tik vervolgens op .

3

Tik op en vervolgens op

Thuisnetwerk.

4

Selecteer een apparaat in de lijst met verbonden apparaten.

5

Blader door de mappen op het verbonden apparaat en selecteer een foto die u

wilt weergeven.

Bestanden afspelen vanaf uw apparaat op DLNA Certified™-apparaten

U moet het delen van bestanden op uw apparaat instellen voordat u mediabestanden die

zijn opgeslagen op het apparaat kunt weergegeven of afspelen op andere DLNA

Certified™-apparaten. De apparaten waarmee u inhoud deelt, worden clientapparaten

genoemd. Een tv, computer of tablet kan als clientapparaat dienen. Wanneer inhoud

beschikbaar wordt gemaakt voor clientapparaten, dient uw apparaat als mediaserver.

Wanneer u het delen van bestanden op uw apparaat instelt, moet u toegangsrechten

verlenen aan clientapparaten. Als u dit hebt gedaan, worden deze apparaten als

geregistreerde apparaten weergegeven. Apparaten die wachten op toegangsrechten,

worden weergegeven als apparaten in behandeling.

Het delen van bestanden met andere DLNA Certified™-apparaten instellen

1

Verbind uw apparaat met een Wi-Fi-netwerk.

2

Tik in het

Startscherm op en tik vervolgens op Instellingen >

Apparaatverbinding > Mediaserver.

3

Tik op de schuifregelaar naast

Media delen.

4

Gebruik uw computer of een ander DLNA™-clientapparaat op hetzelfde Wi-Fi-

netwerk om verbinding te maken met uw apparaat.

5

Er verschijnt een melding op de statusbalk van het apparaat. Open de melding en

stel toegangsrechten in voor elk clientapparaat dat verbinding wil maken met uw

apparaat.

De stappen om toegang te krijgen tot media op uw apparaat met behulp van een DLNA™-

client kunnen per clientapparaat verschillen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw

clientapparaat voor meer informatie. Als uw apparaat geen toegang heeft tot een client op het

netwerk, controleer dan of uw Wi-Fi-netwerk werkt.

U kunt ook het menu

Mediaserver in de applicatie Muziek of Album openen door de linkerrand

van het applicatiestartscherm naar rechts te slepen en op

Instellingen > Mediaserver te tikken.

Het delen van bestanden met andere thuisnetwerkapparaten stoppen

1

Tik in het

Startscherm op .

2

Ga naar en tik op

Instellingen > Apparaatverbinding > Mediaserver.

3

Tik op de schuifregelaar

Media delen.

Toegangsmachtigingen instellen voor een apparaat in behandeling

1

Tik in het

Startscherm op .

2

Ga naar en tik op

Instellingen > Apparaatverbinding > Mediaserver.

3

Selecteer een apparaat in de lijst

Apparaten in behandeling.

4

Selecteer een toegangsmachtigingsniveau.

De naam van een geregistreerd apparaat wijzigen

1

Tik in het

Startscherm op .

2

Ga naar en tik op

Instellingen > Apparaatverbinding > Mediaserver.

3

Selecteer een apparaat uit de lijst

Geregistreerde apparaten en selecteer

vervolgens

Naam wijzigen.

4

Voer een nieuwe naam voor het apparaat in en tik vervolgens op

OK.

131

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

Het toegangsniveau van een geregistreerd apparaat wijzigen

1

Tik in het

Startscherm op .

2

Ga naar en tik op

Instellingen > Apparaatverbinding > Mediaserver.

3

Selecteer een apparaat in de lijst

Geregistreerde apparaten.

4

Tik op

Toegangsniveau wijzigen en selecteer een optie.

Hulp krijgen bij het delen van inhoud met andere DLNA Certified™-apparaten

1

Tik in het

Startscherm op .

2

Ga naar en tik op

Instellingen > Apparaatverbinding > Mediaserver.

3

Tik op en vervolgens op

Help.

Bestanden op een ander apparaat weergeven met Cast

Met DLNA™-technologie kunt u media-inhoud van uw apparaat naar een andere

apparaat sturen dat met hetzelfde Wi-Fi-netwerk is verbonden. Het ontvangende

apparaat moet als een Digital Media Renderer-apparaat (DMR) kunnen werken en de

inhoud kunnen afspelen die het van uw apparaat ontvangt. Een televisie met DLNA™-

functie of een pc met Windows® 7 of hoger zijn voorbeelden van DMR-apparaten.

De stappen voor het afspelen van gedeelde media kunnen verschillen en zijn afhankelijk van

het clientapparaat. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het DMR-apparaat voor meer

informatie.

Inhoud die is beveiligd met Digital Rights Management (DRM) kan niet worden afgespeeld op

een Digital Media Renderer-apparaat met DLNA™-technologie.

Foto's of video's op een clientapparaat weergeven met Cast

1

Controleer of het DMR-apparaat of DLNA™-clientapparaat correct is ingesteld en

of het is verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk als uw apparaat.

2

Tik in het

Startscherm op .

3

Tik op

Album .

4

Blader en open de foto's en video's die u wilt weergeven.

5

Veeg met twee vingers omlaag op de statusbalk, tik vervolgens op en selecteer

het apparaat waarmee u uw bestanden wilt delen.

6

Als u de foto of video niet langer met een clientapparaat wilt delen, tikt u op en

selecteert u

Casten stoppen.

U ziet mogelijk ook Google Cast-apparaten in de lijst wanneer u op

tikt.

Een nummer op een clientapparaat afspelen met Cast

1

Controleer of het DMR-apparaat of DLNA™-clientapparaat correct is ingesteld en

of het is verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk als uw apparaat.

2

Tik in het

Startscherm op en tik vervolgens op .

3

Selecteer een muziekcategorie en blader naar het nummer dat u wilt delen. Tik

vervolgens op het nummer.

4

Tik op en selecteer een clientapparaat waarmee u uw inhoud wilt delen. Het

nummer wordt automatisch afgespeeld op het geselecteerde apparaat.

5

Als u de verbinding met het clientapparaat wilt verbreken, tikt u op en

selecteert u

Casten stoppen.

U ziet mogelijk ook Google Cast-apparaten in de lijst wanneer u op

tikt.